“Het loopt lekker!” Dat wil jij toch ook het liefst zeggen als iemand vraagt hoe het op je werk is? Iedereen heeft wel eens een offday maar het is fijn als je het gevoel hebt dat wat je doet bij je past. Soms is dit niet meer het geval en zit je niet meer op je plek of knaagt het dat je eigenlijk iets anders wilt, maar wat dan? Je komt er vaak niet aan toe om hier echt over na te denken. Of je bent al zover afgedwaald van positieve energie dat je ook echt niet meer weet waar je het moeten zoeken, zoals het geval was bij Teun.

Alles is te veel

Teun werkt als teammanager communicatie bij een groot bedrijf. Een reëel persoon, die makkelijk contact maakt en zijn zaakjes op orde lijkt te hebben. Toch is alles hem op dit moment te veel. Wanneer we voor het eerst samen gaan lopen, staat hij op het punt om ontslag te nemen. Hij begint te ratelen en zit hoog in zijn ademhaling. Ik word er zelf onrustig van. We starten met de Losloopoefening waarin we in 7 stappen bewust worden van waar we zijn en waarbij we de aandacht richten op onze ademhaling. Even denk ik dat hij het overdreven vindt om dit te doen, maar ik zie hem rustiger worden en met iedere stap die hij zet komt er iets meer lichtheid. Hij besluit nog even geen rigoreuze beslissingen te nemen. Hij krijgt wandelhuiswerk mee en start iedere wandeling met deze oefening.

Positieve energie

Buiten zijn doet hem goed: hij was even vergeten hoe dat voelt en gunt zichzelf meer wandelpauzes op zijn werk. Hij merkt dat hij meer overzicht krijgt en weer meer de regie terugkrijgt. Gaandeweg ontstaat meer ruimte om naar de toekomst te kijken. Een oefening die hem daarbij goed helpt is Volg je Flow: die staat van gewoon “zijn” in het moment, waarbij je helemaal opgaat in wat je op dat moment aan het doen bent. Als je in een flow zit, gaan de dingen bijna als vanzelf. Hij gaat terug naar momenten dat hij flow ervaren heeft. Dit geeft hem informatie over wat hij leuk vindt en waar hij goed in is. Tijdens onze wandeling hoor ik hem met enthousiasme praten. Hij wordt er blij van om weer positieve energie te voelen. Hij versnelt zijn pas en loopt lekker door, zonder de hele tijd over zijn woorden na te denken. Alles gaat meer vanzelf. Hij denkt terug aan zijn studietijd, aan zijn eerste baan maar ook aan de dingen die hij naast zijn werk doet. De inhoudelijke projecten die hij gedaan heeft en het ondernemerschap en pionieren dat hij daarin kwijt kon. Er ontstaat een rode draad. Eigenlijk past de organisatie ook nog goed bij hem, maar kan hij in zijn huidige rol zijn talenten en energie niet goed kwijt. Hij is te veel bezig met randvoorwaarden en staat te ver af van de inhoud. Hij ziet het nu vrij helder. Hij besluit eerst het gesprek intern aan te gaan en te onderzoeken wat er mogelijk is. Stap voor stap terug op weg.